BLOG SEPTEMBER 2019
LEERPROCES
“Ze hebben een training gehad maar ze doen het niet!”
Herkent u dat? U heeft een verbeterplan gemaakt waarin een van de onderdelen het trainen van de leraren is. De leraren in de school hebben vervolgens een training gevolgd om verder te komen in hun ontwikkeling maar de effecten zijn vervolgens in de les nauwelijks merkbaar. De afgelopen jaren ben ik nauw betrokken geweest bij scholen die het predicaat zeer zwak hadden gekregen of een nieuw onderwijskundig beleidsvoornemen wilden uitvoeren. Het complexe proces van scholen begeleiden is eenvoudig op de te delen in deelprocessen:
- Hulpvraag verkennen
- Analyse
- Plan ontwerpen
- Uitvoeren en bijstellen
- Meten
- Evalueren en vervolgstappen formuleren
In deze blog ga ik in op stap 4: Uitvoeren en bijstellen.
Het leerproces
Om de kwaliteit van de lessen te verbeteren is het goed om te beseffen dat leraren een gedragsverandering moeten ondergaan. Soms grote maar soms ook heel kleine veranderingen of aanpassingen kunnen er voor zorgen dat lessen ineens effectiever zijn, het leerproces beter loopt en het meer tevreden leerlingen oplevert. De succesfactoren om te komen tot daadwerkelijk ander gedrag van jezelf en/of anderen verloopt via een aantal stappen.
Allereerst is het belangrijk de leraren zich bewust te laten zijn van hun effectiviteit in de les. Dat heeft een relatie met de visie van de school: realiseren we onze visie op onderwijs met het huidige gedrag van de leraren? Hebben we een hoger ambitieniveau? De Inspectie kan aangeven dat de lessen op een hoger niveau gegeven moet worden.
Bewustwording kan tot stand komen door leraren in de spiegel te laten kijken en daardoor de effectiviteit van het actuele gedrag zichtbaar te maken. Lesobservaties*, leerlingenquêtes*, feedback geven, leerlingarena’s zorgen ervoor dat een leraar zich bewust wordt van hoe hij overkomt op leerlingen. Hij neemt zijn eigen gedrag waar door de ogen van de ander. Dat werkt. Een andere manier is leraren zelf te laten ontdekken hoe ze lesgeven en welke leerwensen ze daarbij voor zichzelf formuleren.
Rubrics
Met behulp van de rubrics* is het mogelijk het ontwikkelniveau per leraar vast te stellen. Dit instrument zorgt ervoor dat het mogelijk is hem eigenaar te laten worden van zijn ontwikkelpunten. Eigenaarschap is een belangrijk thema in scholen. We streven ernaar leerlingen meer eigenaar te laten zijn van hun eigen ontwikkeling. Zodra we de leraren daarvoor handvatten geven maar ook zelf laten ervaren hoe dat werkt, zijn dat mooie parallelle processen.
Leraren onderzoeken in een veilige setting aan de hand van neutraal geformuleerde indicatoren wat ze zelf aan gedrag in de les laten zien. Op grond daarvan kunnen ze hun eigen ontwikkelingswensen kenbaar maken. Bijvoorbeeld in een POP. Op die manier is het eenvoudig niveaugroepen te creëren en een passend aanbod te maken. Het leren vindt vervolgens plaats in de niveaugroepen, waar het werken en leren op maat centraal staat.
Als het ontwikkelingsniveau van de leraren lager dan niveau 1 is starten we in kleine groepen met de basisvaardigheden. Dat treffen we soms aan bij zeer zwakke scholen. Deze training heeft een sterk verbindend karakter.
Bij scholen die nog geen veilig leerklimaat hebben, starten we met gezamenlijke trainingen om de groepsdynamiek van leraren onderling te verbeteren. Pas daarna gaan we differentiëren in het aanbod.
In dit proces gaan we na of de deelnemers gemotiveerd zijn om te gaan veranderen. Leraren zijn gelukkig net als leerlingen intrinsiek en extrinsiek te motiveren. Een aantal bestuurders gebruikt een oordeel van de inspectie als externe factor om de leraren te motiveren. ‘Het moet anders!’. Dat werkt. Echter voor een aantal niet. Een aantal leraren is alleen op een andere manier te motiveren. We gaan dan op zoek naar hun passie en onderzoeken waar de leraar warm voor loopt. We verkennen met elkaar wat wij verstaan onder een goede les. De kwaliteit daarvan lezen we af aan het leerlinggedrag. Nieuwsgierige, geïnteresseerde leerlingen die ook nog lol hebben willen we als leraar allemaal wel in de klas. De helderheid over hoe je dat kan bereiken motiveert.
De leraar heeft uiteindelijk een concreet aanpakplan waar hij mee aan de slag gaat.
Transfer
Alleen trainen helpt echter niet. Een essentiële fase in dit leerproces is om het werken met het voornemen, te faciliteren. Tussen de trainingen door vinden er allerlei interventies plaats die de transfer van het geleerde bevorderen*. Bij deze transfer zijn kunnen verschillende medewerkers betrokken worden: leraren, mentoren, sectievoorzitters, teamleiders, zorgfunctionarissen, leerlingen, enzovoort. Ze zijn ‘on the job’ met elkaar in dialoog, praten over onderwijs, maken afspraken, kijken bij elkaar in de les, ontwerpen lessen en stellen bij, enzovoort.
Bedenk in dit kader de vergelijkbare situatie als het leerproces van leerlingen. Leraren ervaren het als een groot probleem als een les uitvalt of het huiswerk wordt niet gemaakt: het leerproces en de transfer wordt doorbroken. In feite weten we dat het begeleiden en ondersteunen van leerlingen tijdens deze transferfase de garantie op succes vergroot.
Borgen
Na een periode van trainen en het inzetten op de transfer gaat de school op een bepaald moment het geleerde borgen. De stap in het realiseren van het voornemen. Dan wordt afgesproken welk lerarengedrag in het vervolg zichtbaar is in de les, in de school. Deze laatste stap in het leerproces heeft een sterk aspect van kwaliteitszorg*. HR is hier nauw bij betrokken.
De borging van het geleerde maakt dat de visie op leren duidelijker zichtbaar wordt in de lessen.
Op welke scholen verloopt dit proces goed?
Bij een aantal scholen verloopt het leerproces van de leraren bijna als vanzelf. Een van de succesfactoren is dan bijvoorbeeld dat de kwaliteitszorg* op orde is. De sturende werking die daarvan uit gaat zorgt voor een veilig leerklimaat.
Verder moet niet worden onderschat dat de cultuur binnen het team een zeer bepalende invloed heeft op de kwaliteit van de lessen. Cultuur wordt mede bepaald door de aspecten in de school die geborgd zijn. We spreken dan over inmiddels impliciete gedrag dat daar positief aan bijdraagt. Succesvolle scholen kenmerken zich door veel overlegmomenten met de kwaliteit van het aanbod als gespreksthema. Veel energie gaat daar naar uit en levert ook veel energie op. De focus ligt op het leren van alle medewerkers in de school.
Dit in tegenstelling tot scholen waar het team in een andere fase van ontwikkeling zit en men in onderlinge gesprekken vooral extern attribueert. Borgen wordt daar een secuur proces waarbij alle verantwoordelijken een rol hebben en die gedurende het proces leren nemen.
In de praktijk komen we een aantal opvallende maar ook herkenbare situaties tegen waardoor de effecten van de trainingen zeer effectief zijn en veranderingen meer kans van slagen hebben.
Mijn aanbevelingen zijn bij het uitvoeren en bijstellen:
- Kies voor de trainingen op maat.
- Besteed extreem veel aandacht aan het stellen van transfervragen of het organiseren van transferactiviteiten tussen de trainingsmoment door.
- Bepaal welke indicatoren, afspraken de school wilt borgen: welke kwaliteit in de lessen willen we absoluut zichtbaar hebben?
- Ga na een positieve beoordeling van de inspectie door met het leerproces. Een school is immers een lerende organisatie. We zijn in beweging en blijven in beweging. Bovenstaand schema heeft uiteraard een ondersteunende PDCA cyclus.
- Laat alle medewerkers vooral werken aan hun eigen ontwikkeling en niet alleen omdat het moet, maar omdat leren gewoon leuk is.
Geïnteresseerd in de effectieve en concrete stappen? Of het gaat om een positieve beoordeling van de inspectie, om een onderwijskundige ontwikkeling op uw school een boost wil geven of een andere specifieke vraag, dan kom ik graag met u in contact.
* Het maken van een matrix naar aanleiding van diverse onderzoeken, gesprekken, data is onderdeel van het traject
* De zes rollen van de leraar (2018)
* Zie Martie Slooter Academie KOA app